Ford Ka+: Remmen
Algemene informatie
WAARSCHUWINGN.B.: Zo nu en dan kunnen remgeluiden hoorbaar zijn; dit is normaal. Als een geluid van metaal op metaal, een voortdurend schurend geluid of een voortdurend piepgeluid hoorbaar is, kunnen de remvoeringen zijn versleten. Als voortdurend trillen of schokken in het stuur voorkomt tijdens het remmen, laat dan de auto controleren door een erkende dealer.Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn.
N.B.: Remstof kan zich ophopen op de wielen, zelfs onder normale rijomstandigheden. Vanwege slijten van de remmen is een beetje stof onvermijdelijk. Zie Wielen reinigen.
N.B.: Afhankelijk van toepasselijke wetten en voorschriften in het land waarvoor het voertuig oorspronkelijk is geproduceerd, kunnen de remlichten gaan knipperen tijdens hard remmen. Vervolgens kunnen ook de alarmknipperlichten gaan knipperen zodra uw auto tot stilstand gekomen is.Natte remmen leiden tot een geringere remwerking. Trap het rempedaal enkele malen voorzichtig in tijdens het wegrijden bij een wasstraat of stilstaand water om de remmen te drogen.
AntiblokkeersysteemDit systeem helpt om de stuurregeling en de stabiliteit te behouden tijdens een noodstop door te voorkomen dat de remmen blokkeren.
Tips voor rijden met ABS
Het anti-blokkeerremsysteem voorkomt geen risico's die ontstaan wanneer:
- U te weinig afstand ten opzichte van voor u rijdend verkeer houdt.
- Uw auto last heeft van aquaplanning.
- U bochten te snel neemt.
- Het wegdek slecht is.
Parkeerrem
WAARSCHUWINGN.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een helling en naar boven wijst, selecteer dan de 1e versnelling en draai het stuur weg van de stoeprand.Als de parkeerrem volledig is vrijgezet, maar de remwaarschuwingslamp blijft branden, werken de remmen wellicht niet correct. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
N.B.: Als de auto wordt geparkeerd op een helling en naar beneden wijst, selecteer dan de achteruitversnelling en draai het stuur richting de stoeprand.
N.B.: Druk de ontgrendelknop tijdens het aantrekken niet in.De handrem inschakelen:
- Druk het rempedaal krachtig in.
- Trek de handremhendel volledig omhoog.
- Druk het rempedaal stevig in.
- Trek de hendel enigszins omhoog
- Druk op de ontgrendelknop en druk de hendel naar beneden.
Regeling voor bergop rijden
WAARSCHUWINGDoor het systeem is het eenvoudiger om te vertrekken wanneer uw auto op een helling staat zonder dat u de parkeerrem hoeft te gebruiken.Het systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van de auto altijd de parkeerrem.
U moet in de auto blijven zitten nadat het systeem is geactiveerd.U blijft altijd verantwoordelijk voor het besturen van uw auto, de controle van het systeem en de eventueel vereiste ingrepen.
Als de motor te veel toeren maakt of een storing wordt herkend, wordt het systeem gedeactiveerd.
Als het systeem actief is, blijft de auto nadat u het rempedaal hebt losgelaten twee tot drie seconden op de helling stilstaan. Dit geeft u de tijd om uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. De remmen worden automatisch gelost zodra de motor voldoende kracht levert om te voorkomen dat de auto op een helling achteruitrijdt. Dit is een voordeel bij het wegrijden op een helling (bijv. in een parkeergarage, voor verkeerslichten of als u bergop achteruit inparkeert).
Het systeem werkt vanzelf op elke helling om te voorkomen dat de auto wegrolt.Hill Start Assist gebruiken
- Druk het rempedaal in om de auto volledig tot stilstand te brengen. Houd het rempedaal ingetrapt en zorg dat de auto in versnelling blijft.
- Als de sensoren registreren dat de auto op een helling staat, dan wordt het systeem automatisch geactiveerd.
- Wanneer u uw voet van het rempedaal haalt, blijft de auto gedurende ongeveer twee tot drie seconden op de helling staan zonder achteruit te rollen.
- Rijd op de normale manier weg. De remmen worden automatisch gelost.