Ford Ka+: Een wiel vervangen
Wielmoeren
Na het overleggen van het certificaat met het referentienummer kunt u bij uw Ford dealer een vervangende dopsleutel en vervangende wielslotmoeren verkrijgen.Auto's met volwaardig reservewiel
Indien het reservewiel exact hetzelfde type en maat heeft als de overige gemonteerde wielen, kunt u het bestaande wiel vervangen door het reservewiel en verder rijden op de gebruikelijke wijze.Indien het reservewiel verschilt van de overige gemonteerde wielen, is het voorzien van een geel label met de toepasselijke snelheidslimiet.
Raadpleeg de volgende informatie alvorens het wiel te vervangen.WAARSCHUWINGN.B.: Als het reservewiel is geplaatst op uw auto, rijd dan niet door een automatische carwash.Rijd de kortst mogelijke afstanden.
Monteer niet gelijktijdig meer dan een reservewiel op uw auto.Voer geen reparatiewerkzaamheden uit aan een reservewiel.
Indien u twijfelt over het type reservewiel dat u heeft, rijd dan niet met snelheden hoger dan 80km/h.De bodemvrijheid van uw auto kan kleiner zijn. Wees voorzichtig bij parkeren naast een stoeprand.
N.B.: Uw auto kan ongewone rijeigenschappen vertonen.
Autokrik
WAARSCHUWINGN.B.: Gebruik een krik met een minimaal hefvermogen van 1,5 ton en een hefplaat met een minimumdiameter van 80mm.Gebruik alleen de krik die bij uw auto werd geleverd wanneer u een wiel vervangt in een noodsituatie.
Controleer dat de krik niet beschadigd of vervormd is en dat de schroefdraad gesmeerd en schoon is.Plaats niets tussen de krik en de grond.
Plaats niets tussen de krik en uw auto.
De autokrik en de wielmoersleutel uitnemen en opbergen
- Verwijder de vloerbedekking van het wiel.

- Draai de bout waarmee de reserveband bevestigd is linksom los en neem de reserveband eruit.

- Draai de bout waarmee de autokrik bevestigd is linksom los en neem de autokrik eruit.

- Berg de autokrik en de reserveband goed op door de pijlpunt op de bovenste arm van de krik te laten samenvallen met de markering op de onderste arm.

N.B.: Zet de autokrik vast door de borgbout in het rechtergat in de carrosserie te draaien.
- Berg de autokrik op en zet deze vast door de bout rechtsom te draaien.

N.B.: Zet de lekke band vast door de borgbout in het linkergat in de carrosserie te draaien.
- Berg de lekke band op en zet deze vast door de bout rechtsom te draaien.
- Leg de vloerbedekking van het wiel terug.
Kriksteunpunten
WAARSCHUWINGGebruik alleen de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen.

- Alleen voor gebruik in noodsituaties
- Onderhoud

De krik moet tussen de in de dorpel gegraveerde markeringen staan.


Wielmoersleutel monteren

Schuif de wielmoersleutel uit.
N.B.: Zorg ervoor dat de wielmoersleutel geheel uitgeschoven is.Wieldop verwijderen
- Draai de wielmoeren een slag los.
- Krik de auto op totdat het wiel vrij van de grond is.

- Verwijder de wielmoeren en de sierdop.
Een wiel verwijderen
WAARSCHUWINGN.B.: Het reservewiel bevindt zich onder de vloerbedekking in de bagageruimte.Parkeer uw auto dusdanig dat u, noch het verkeer hinder ondervindt of gevaar loopt.
Parkeer uw auto zodat u de verkeersstroom niet hindert en uzelf niet in gevaar brengt en plaats een waarschuwingsdriehoek.Zorg dat uw auto op een stevige en vlakke ondergrond staat, met de voorwielen recht vooruit gericht.
Schakel het contact uit en schakel de parkeerrem in.Schakel in eerste versnelling of achteruitversnelling als uw auto is uitgerust met een handgeschakelde transmissie. Als uw auto een automatische transmissie heeft, zet u deze in de parkeerstand (P).
Zorg dat er geen passagiers meer in uw auto zitten.Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
Niemand mag enig deel van het lichaam onder een auto plaatsen die door een krik wordt ondersteund.Zorg dat de krik verticaal staat op het krikpunt en dat de basis plat op de grond staat.
N.B.: Leg lichtmetalen velgen niet op de grond, hierdoor wordt te lak beschadigd.
- Breng de dopsleutel voor de wielslotmoer aan.

- Draai de wielmoeren een slag los.
- Krik de auto op totdat het wiel vrij van de grond is.
- Verwijder de wielmoeren en het wiel.
Wiel aanbrengen
WAARSCHUWINGZorg dat de pijlen op banden voor één draairichting in de juiste draairichting wijzen wanneer de auto voorwaarts rijdt. Als u een reservewiel moet plaatsen met de pijlen in de omgekeerde richting, dan moet u de band zo snel mogelijk opnieuw laten plaatsen.
Gebruik alleen goedgekeurde velgen- en bandenmaten. Het gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg hebben en maakt de typegoedkeuring ongeldig.Zorg ervoor dat er zich geen vet of olie op de schroefdraad of tussen de tapeinden en de moeren bevindt. Hierdoor kunnen de moeren tijdens het rijden losraken.
Laat geen run-flat banden monteren indien de auto hiermee oorspronkelijk niet was uitgerust. Neem voor meer informatie over compatibiliteit contact op met een erkende dealer.
WAARSCHUWINGN.B.: De wielmoeren voor lichtmetalen velgen en stalen spaakvelgen kunnen gedurende korte tijd worden gebruikt voor het vastzetten van de stalen velg van het reservewiel (maximaal twee weken).Bevestig lichtmetalen velgen niet met wielmoeren die voor stalen velgen zijn bestemd.
Gebruik uitsluitend de specifieke wielmoeren en velgen die bij uw auto werden geleverd. Neem bij twijfel contact op met een erkende dealer.
N.B.: Controleer of de contactvlakken tussen velg en naaf schoon zijn.
N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van de wielmoeren naar de velg is gekeerd.- Monteer het wiel en de sierdop.
- Draai de wielmoeren handvast aan.
- Breng de dopsleutel voor de wielslotmoer aan.

- Haal de wielmoeren in de aangegeven volgorde voorlopig aan.
- Laat de auto zakken en verwijder de krik.
- Haal de wielmoeren in de aangegeven volgorde volledig aan. Zie Technische specificatie.
WAARSCHUWINGLaat het aanhaalmoment van de wielmoeren en de bandenspanning zo spoedig mogelijk controleren.